Bij de Strade Bianche hangt er naast stof ook magie in de lucht. Waarom zijn we zo dol op deze race? En hoe rijd je zo hard mogelijk op de gravelwegen? De Nederlandse renner Douwe Doorduin gaat op zoek naar antwoorden in zijn jacht op een topprestatie bij de toertocht voor amateurs.
Een renner doemt op uit een krijtachtige wolk. Hij trekt aan zijn stuur en probeert zijn fiets recht te houden op de stoffige ondergrond. In een bocht glijdt hij bijna uit. Hij heeft een snor zo groot als een Cubaanse sigaar en zijn fiets heeft geen versnellingen. Deze mythische figuur is niemand minder dan Maurice Garin, winnaar van de eerste Tour de France in 1903 en een winnaar op gravelwegen lang voordat ze hip werden in de wielersport.
Verder en sneller
Dankzij de onstuitbare opmars van John McAdams uitvinding in heel Europa vanaf het begin van de 20e eeuw, werden steeds meer van deze stukken weg bedekt met asfalt. Dat gaf meer grip en betekende dat we nog verder en sneller konden fietsen. Misschien werd de wielersport daardoor ook wel leuker om naar te kijken. Maar het nam ook wel iets weg van de romantiek van het rijden over gravelwegen - ofwel de strade bianche, zoals ze in Toscane worden genoemd.
Een jongeman die gehoord geeft aan de heroïsche oproep is Douwe Doorduin (@douwedoetdingen). Hij heeft zelf ook een snor en woont in Nederland, een vlak land met duizenden kilometers geasfalteerde fietspaden en wegen. Hij moet dus nog veel leren als hij de heilige graal van wedstrijden op onverharde wegen wil veroveren voordat hij mee gaat doen de Gran Fondo-editie, die een dag eerder dezelfde route als die van de pros volgt.
Een romantische dans
Net als Douwe vinden velen van ons het bijzonder om te rijden op gravelwegen zoals die van de strade bianche. Je voelt het ook echt als je over gravel rijdt, er komt een speciale energie vrij door de trillingen en dat voel je in je hele lichaam en ziel. De magie is onmiskenbaar, en dat is ook te danken aan het sublieme landschap van Toscane met glooiende heuvels, cipressen en boerderijen. Douwe is slechts een van de vele renners die zich hiertoe aangetrokken voelt. "Voor mij is het de Italiaanse cultuur en de schoonheid van iets doen op je fiets waarvoor die niet gemaakt is," zegt hij.
En dan heb je nog het schokken van het voorwiel en het achterwiel dat zich beweegt alsof het de tango danst en op zoek is naar grip. Het getik van de gravel tegen het frame en het aangename knarsende geluid van de ondergrond wanneer je snelheid maakt - en dat is alleen nog maar op de vlakke stukken. Als er wat steile klimmen of snelle afdalingen bijkomen wordt het al snel heel interessant.
Na een carrière als amateur-wegrenner en fietskoerier besloot Douwe om op zoek te gaan naar zijn innerlijke Italiaan en voor het eerst deel te nemen aan de Strade Bianche Gran Fondo. Net als veel andere kenners vindt hij dat de wedstrijd voor de professionals de officiële status van Monument zou moeten krijgen vanwege de dramatiek en de manier waarop de race teruggrijpt naar de heroïsche begindagen van onze mooie sport.
Zijn eerste kennismaking met racen op een onverharde weg tijdens een wedstrijd op eliteniveau in 2015 was echter geen succes. "Tijdens het Wielerweekend Roden in het noorden van Drenthe kwam ik mijn eerste stuk gravel tegen", vertelt Douwe. "Ik weet nog dat ik op een carbon fiets reed met zeker 7 bar (ruim 100psi) druk in mijn 25 mm-banden toen het hele peleton in volle vaart het onverharde stuk naderde. Ik wist dat we dichtbij waren, maar toch kon ik met geen mogelijkheid bijblijven omdat mijn fiets letterlijk alle kanten op ging. Na de eerste sectie hing ik al achter aan het peloton. Na de tweede sectie raakte ik helemaal achterop en kwam ik geen enkel moment meer terug in de strijd."
Gravel: de grote gelijkmaker
Na dit ontmoedigende debuut besloot Douwe dat hij op gravelwegen wilde leren rijden. Dit was in dezelfde periode dat Fabian Cancellara iedereen in het profwielrennen liet zien hoe je de Strade Bianche als een echte gladiator bedwingt. Hij domineerde de wedstrijd en won hem drie keer in zijn loopbaan, ondanks zijn 80 kilo aan gewicht. "Wat ik leuk vind aan het rijden op deze ondergrond is dat het voor iedereen gelijk is," zegt Douwe. "Klassieke renners en klimmers zaten beide aan kop en het maakt de wedstrijd onvoorspelbaar, waardoor het een veel leukere wedstrijd wordt om naar te kijken in je plaatselijke wielercafé, zoals ik destijds deed."
"Als je kijkt naar wie in die jaren het podium hebben gehaald, zie je renners met heel verschillende specialiteiten. Fabian was een echte winnaar van de Klassiekers, de kampioen van 2015 Zdenek Stybar komt uit het veldrijden en dan is er ook nog Gianluca Brambilla, een pure klimmer. Blijkbaar weten ze allemaal vol gas te gaan op stukken waar anderen dat niet konden. Door naar deze wedstrijden te kijken, heb ik langzaam maar zeker wat dingen ontdekt die ik tijdens de wedstrijd in Italië ga gebruiken."
Heilige heuvels
Maar hoe bereid je je voor op de Strade Bianche als je in Nederland woont? Hoe vind je de juiste set-up voor je fiets en train je de juiste techniek en mindset om de witte wegen aan te vallen?
Douwe ging op zoek naar iets wat het meest leek op de beroemde Toscaanse gravelwegen. Hij vond ze in België, die andere plek met veel heilige fietsgrond. Hij koos voor de stoffige landwegen met glooiende heuvels rond Hageland, bekend om een eendaagse wedstrijd die vergelijkbaar is met de Strade Bianche: Dwars door het Hageland. De eerste editie werd pas in 2001 georganiseerd. Maar met winnaars als Mathieu van der Poel, Niki Terpstra en Chantal Van den Broek-Blaak is het een belangrijke wedstrijd voor toprenners geworden.
Douwe heeft veel op de Belgische landwegen gereden om tot de beste afstelling te komen. Laten we het eerst eens over de wielen hebben. Met de ULTEGRA C50-wielset ziet Douwe's racefiets er perfect uit. Maar een belangrijker element is de vernieuwde binnenbreedte van de velg van 21 mm. Hierdoor wordt de band breder, wat een groter contactoppervlak met de ondergrond creëert waardoor de grip verbetert. Omdat er tijdens de Strade Bianche Gran Fondo geen neutrale service- of ploegwagen is, zal Douwe zijn eigen reparatieset moeten meenemen om eventuele grotere lekken in zijn banden te repareren. Veiligheid staat voorop.
Breder is sneller
Volgende aspect: de banden. Terwijl sommige profs kiezen voor twee verschillende breedtes, gebruikt Douwe een 30 mm tubeless voor en achter. Nadat hij in België 28 mm had getest kwam hij tot de conclusie dat meer, in dit geval ook echt meer is. De bandenspanning is nog belangrijker en na veel testen kwam hij uit op 4 bar (58 psi). Douwe koos voor deze relatief hogere druk vanwege het karakter van Strade Bianche. De route bestaat ook uit veel stukken asfalt en verharde beklimmingen naast de gravelweggetjes. Het gaat erom de juiste balans te vinden tussen een lagere druk op de witte wegen en een minimale rolweerstand op het asfalt.
Qua groepset sprong één optie er voor Douwe uit: de betrouwbare en lichte ULTEGRA Di2 12-speed. Het gebruiksgemak van de draadloze set-up zorgt voor extra gemoedsrust tijdens uitdagende ritten of wedstrijden als deze. "Elke schakeling gaat supersnel en accuraat, en je weet dat alles ook feilloos blijft werken doordat er geen kabels zijn", zegt Douwe. "Vóór rijd ik met een 50/34 (compacte) set-up, waardoor ik op de vlakkere stukken goed kan doortrekken en maar ook het bereik heb dat ik nodig heb om te blijven gaan op sommige korte, maar zeer steile hellingen. De hellingen, die soms wel 20 procent zijn, zijn bijzonder lastig omdat je niet echt uit je zadel kunt komen zoals op een normale klim op een verharde ondergrond."
"Klimmen en dalen op een losse ondergrond voelt heel anders dan op asfalt", voegt Douwe toe. "Je moet nog verder vooruit kijken, flexibel zijn en de bocht en de banking echt volgen. Je kunt niet vertrouwen op de traditionele racelijntechniek van 'buiten-binnen-buiten', je moet echt elke bocht afzonderlijk lezen. Ik merkte dat ik door het mountainbiken ook veel beter werd in het sneller rijden op gravelwegen, vooral bergafwaarts."
"Mijn andere pro-tip is het volgen van iemand die betere vaardigheden heeft en afkijken hoe die persoon de bochten neemt. Ik probeer dan dezelfde lijnen te rijden en zo steeds iets sneller te worden. Ik heb veel gereden met voormalig profwielrenner Bram Tankink en hij heeft me echt laten zien hoe je op snelheid een bocht neemt. Ik moet mijn bovenlichaam recht houden en de fiets onder me weg duwen in de bochten. Dit trucje heeft me enorm geholpen. Door geleidelijk sneller te gaan kon ik ook mijn eigen grenzen ontdekken. Gewoon 20 tot 30 watt meer trappen en steeds dezelfde bocht oefenen."
Tip 1: Lees elke bocht. Vertrouw niet op de "standaardtechniek" die je op verharde wegen gebruikt. Elke bocht is anders en de steeds veranderende ondergrond en omstandigheden betekenen dat je de snelste en veiligste lijn moet zien te vinden voor elke bocht of elk uitdagend stukstrada bianca.
De positie van de renner op de fiets is ook belangrijk. Douwe koos ervoor om de vrij agressieve positie waaraan hij gewend is niet te veranderen, ook al zal de ondergrond anders zijn dan zijn thuisrondje. Hij zag dat de meeste profrenners ook hun aerodynamische positie behielden om over de witte wegen te rijden en geen aanpassingen deden. En aangezien slechts ongeveer 55 van de 142,5 kilometer van de Gran Fondo gravelstroken betreft, is er veel winst te behalen op het asfalt.
Soepelheid en snelheid
En tot slot: de cassette. Voor deze uitdaging monteert Douwe een 11-30. "Deze set-up met de compacte kettingbladen zorgt ervoor dat ik precies de juiste versnelling kan vinden voor de korte en steile gravelbeklimmingen. Afhankelijk van het weer kun je hier niet aan één kant van de 'weg' blijven rijden. Er kunnen geulen zijn of plaatsen waar delen van de ondergrond zijn weggespoeld na regen. En als het droog en stoffig is, kun je niet zomaar bergop rijden, maar moet je soepel druk op de pedalen uitoefenen terwijl je probeert je snelheid te behouden."
"Er valt nog zoveel te leren en mijn tocht over de Hagelandse wegen heeft me heel wat nieuwe dingen geleerd. Afhankelijk van het weer is het vinden van de snelste lijn door bochten en op rechte stukken nog lastiger. Vooral als er een sprake is van zowel een droog als nat wegdek. Dan moet je echt dansen met je fiets. Ik was ook aangenaam verrast hoe goed mij Canyon het deed op de ruwe landwegen. Fietsen kunnen tegenwoordig veel hebben en je moet je dan ook niet inhouden, zeker niet als je die supersnelle C50 ULTEGRA wielen hebt gemonteerd!"
Tip 2: Klim in het zadel. Door de glibberige ondergrond kun je op een klim niet uit je zadel komen. Je moet daarop trainen en ervoor zorgen dat je de juiste versnelling kiest. Spinnen is winnen en daarom kies ik voor de kleinste tandwielcombinatie van 34-30 op de bijzonder steile secties.
Bijna zover
"Heel even had ik het gevoel dat ik al op de witte wegen in Toscane reed. Die glooiende Vlaamse heuvels en landwegen hebben me nog meer zin gegeven in dit evenement dan ik al had", zegt Douwe. "Ik moet alleen nog 30 mm-banden monteren, wat beschermfolie aanbrengen op de onderbuis van mijn frame (met dank aan een van mijn volgers voor deze tip) en dan ben ik er helemaal klaar voor." Zijn doel is eindigen in de top 50. "Dat zal lastig worden, want op de wedstrijd komen getalenteerde renners uit heel Europa af en het is niet alleen een sportief evenement, maar een echte wedstrijd met alles erop en eraan. Ik niet wachten om naar Siena af te reizen en de profs aan het werk te zien, maar ook om zelf de magie van racen over de witte wegen te ervaren."
Tip 3: Maak verstandige materiaalkeuzes. Vergeet niet dat er ook minimaal 85 kilometer aan verharde stukken of afdalingen zijn. Een lichte, wendbare fiets en snelle carbon wielen zijn daarom ideaal.
STRADE BIANCHE GRAN FONDO
Feiten en cijfers
- Datum: 5 maart 2023
- Start en finish: Siena, Italië
- Route: 142,5km
- Strade bianche gravelsectoren: 54,7 km
- Totaal aantal hoogtemeters: 2250, waarvan 1285 op gravelwegen.