Terug Ontdek meer van Shimano

Super Classic door Nas-Raddine Touhami

Nas-Raddine Touhami’s reed voor zijn "Super Classic" langs de bekendste hellingen en kasseienstroken uit de voorjaarsklassiekers. Wat volgde waren 335 zware kilometers.
Profile

Het is nog vroeg en de enige toeschouwers zijn twee aangeschoten studenten die de avond nog wat willen oprekken als Ward Grootjans, Nils Sinschek en ik samen de Markt in Maastricht oprijden. Het is 22 mei, maar het voelt meer als een herfstdag in Oktober. De zon wil nog niet echt opkomen en er is regen en veel wind voorspeld voor vandaag. Misschien is dit niet het weer waar we op hoopten, maar dat wel past bij de rit die we voor de boeg hebben. Stipt 05:00 in de ochtend rijden we weg, richting Roubaix dat meer dan 300 kilometer verderop ligt. Onderweg moeten we ruim 3000 meter klimmen en een aantal van de meest uitdagende kasseienstroken die je kan fietsen zien over te komen. Mijn route combineert hoogtepunten van zes iconisch voorjaarsklassiekers in één: de Super Classic. De route is geïnspireerd op mijn liefde voor deze eendaagse klassiekers. Vaak stond ik langs de kant bij de profs, fietste zelf al losse stukken van de verschillende klassiekers, maar nog nooit eerder combineerde ik ze in één monster-route. De klassiekers die onderdeel uitmaken van de route zijn: De Amstel Gold Race, Liège-Bastogne-Liège, La Flèche Wallonne, De Brabantse Pijl, De Ronde van Vlaanderen en Paris - Roubaix. Namen die elk wielerhart sneller laat kloppen, maar om ze aan elkaar te rijgen, dat leidt tot een behoorlijk uitdagende route waar best wel wat voorbereiding bij komt kijken. En ik kijk graag verder dan hoogtepunten, want ertussen liggen net zo uitdagende stukken waar bijna niemand ooit van gehoord heeft.

Meten is weten

De route maken is één, er fysiek klaar voor zijn een ander. Mijn positie op de fiets is nog niet optimaal. Eind maart ga ik op zoek naar de perfecte balans tussen comfort en power output. Onder het motto meten is weten heb ik enkele weken geleden beschikking gekregen over een Dura-Ace powermeter. Dit heeft mij een goed beeld gegeven van de waardes in mijn huidige positie. Wat opvalt is de verstoorde L/R balans, gebrekkige souplesse aan de rechterkant en een terugval in vermogen bij ritten boven de drie uur. In een uitgebreide sessie bij bikefitting.com blijkt dat je een goede houding moet zoeken in details. Met de gedetailleerde data uit een 3D meting gecombineerd met mijn eigen gevoel blijkt dat een kortere stuurpen en verplaatsing van de cleats noodzakelijk zijn. Na vier weken wennen worden de laatste details bijgestuurd (een opvulplaatje onder de cleats) en is het hoog tijd om ook te zorgen dat mijn fiets er klaar voor is.

52x36

De afgelopen weken heb ik lang getwijfeld over het verzet voor de Super Classic. Dit voorjaar rijd ik namelijk met veel plezier 53x39. Toch twijfel ik of dit een verstandig keuze is. Kom ik na 270 kilometer de Patersberg wel op met een 39 zonder mijn benen op te blazen? Na een zware rit in de Ardennen ben ik eruit, vierkant bergop rijden is een no go. Drie dagen voor de Super Classic wissel ik de bladen om voor 52x36. Aangezien ik tubeless rijd vul ik de latex meteen ook bij en check ik of alle boutjes goed vast zitten. Op kasseien wil je niet geconfronteerd worden met een loszittend stuur. Na een laatste poetsbeurt is mijn fiets er klaar voor, nu ik nog! In onze aanloop zijn het vooral de weer apps die we veelvuldig checken. Per dag wordt de voorspelling slechter en slechter. De vrijdagavond voor we vertrekken is al onze hoop vervlogen, we gaan een episch avontuur tegemoet met regen en wind, veel wind. Na een onrustige nacht die meer bol staat van de adrenaline dan iets anders is het dus tijd om in alle vroegte naar de Markt in Maastricht te fietsen. Mijn beide strijdmakkers en een aantal support auto’s staan klaar. Het is eindelijk echt tijd voor de Super Classic. Door een desolate binnenstad rijden we naar Valkenburg. De wind staat nu in het voordeel op weg naar de eerste hindernis van de dag, de Kuitenberg. Met de wind nog even in de rug zijn we in een mum van tijd in het nog slapend Valkenburg. Waar onze eerste Super Classic uitdaging natuurlijk de Cauberg is. De wielerhistorie op deze ‘berg’ gaat decennia terug. In de recente geschiedenis was het vooral Philippe Gilbert die tijdens de AGR en het WK hier zijn tegenstanders op het grote mes wist te imponeren. Op een iets minder moordend tempo dan de profs rijden we omhoog. Bovenop is de felle tegenwind direct merkbaar. We spreken af met verstand te rijden en zo zuinig mogelijk met onze energie om te gaan. Roubaix is nog ver! Dwars door ons vaste trainingsgebied in het Zuid- Limburgse Heuvelland stapelen we de eerste hoogtemeters op. België komt in zicht.

De eerste kasseien

In Dalhem snijden we de eerste kasseienklim aan. Het stelt echter maar weinig voor in vergelijking met wat nog komen gaat. Met zicht op het Land van Herve lassen we een eerste sanitaire stop in. In de verte zien we donkere wolken zich samenpakken boven het toch nog steeds industriële Luik. Tot in de jaren 80 floreerde deze regio dankzij de mijnbouw en staalindustrie, maar die stortte volledig in. De littekens hiervan zijn nog altijd zichtbaar en geven de regio een uniek en wat ruig karakter. De streek herbergt ook talrijke steile beklimmingen, onbekend voor de koers maar daarmee niet minder interessant. Zo ook in Jupille, naast de Jupiler brouwerij, waar ons een muur met een gemiddelde van 14% wacht. Mijn 36 voor komt al vroeg in de koers heel goed van pas. We rijden door Luik op weg naar de Cote d’Embourg, de startklim in LBL. Een loper van ruim 200 hoogtemeter waar de kopgroep eigenlijk altijd meteen vrij spel krijgt. Na een snelle afdaling het Ourthe dal in draaien we de gevreesde La Roche aux Faucons op. Sinds enkele jaren de scherprechter van LBL die in zekere zin de plek heeft ingenomen van La Redoute en de Saint-Nicolas. Met stroken tot 16% is het een echte kuitenbijter. Ook veranderen de eerste regendruppels op het plateau van de Condroz al snel in striemende regen. Het gevecht met de elementen is losgebarsten. De temperatuur keldert naar 7 graden, we raken nu best snel doorweekt, de Super Classic is vanaf nu een echte slijtageslag. Zeker als we na de Muur van Huy onze eerste stop inlassen hebben we het zo koud dat we zelfs blij zijn met een aantal verhuisdekens die toevallig in een van de volgauto’s zijn meegereisd.

Niemandsland

Waals Brabant verwelkomt ons met een stevige kasseistrook, de eerste van vele. Dit lege en landelijke gebied voelt echt als een niemandsland en ligt bezaaid met kasseistroken die niet onderdoen voor de secteurs van Paris-Roubaix en ook nog eens gepaard gaan met behoorlijk wat hoogtemeters. Onze stuurvaardigheid wordt op de proef gesteld want een aantal stroken liggen er erbarmelijk slecht bij. Het einde van de eerste kasseienreeks is in zicht. De licht oplopende strook richting het monument van Waterloo is moordend en de wind die eigenlijk al de hele dag vol op de kop staat en regen zijn er meedogenloos. De strijd die we leveren staat natuurlijk in schril contrast met de veldslag in 1815, waar Napoleon definitief verslagen werd.

Kilometer 196

Er staat bijna 200 km op onze tellers. Tijd om nóg maar een keer goed te eten en drinken. Op de fiets en in dit weer blijft dat toch wat lastig, het regenjasje zit altijd in de weg. Zoet maakt plaats voor hartig. Iets waar ik al een tijdje naar uitkeek, de repen kwamen bijna mijn neus uit. In het Waalse land rondom Brussel is geen meter vlak. We turen in de verte of we al een glimp kunnen opvangen van de Vlaamse Ardennen. In Deux Arcen zien we eindelijk La Houppe liggen. Een stuk ijzer in mijn band zorgt nog voor oponthoud. Het is wonderbaarlijk genoeg de enige lekke band van onze hele rit zijn. Vanaf de neutrale volgwagen van Shimano wordt snel een compleet nieuwe Dura-Ace c40 wiel gehaald en in mijn fiets gestoken. Pure luxe als je gewend bent om zelf een binnenband te vervangen. Dat daarna de volgwagen zelf een lekke band krijgt en dat bij de lokale garagist moet oplossen lijkt domme pech maar geeft aan in wat voor staat sommige wegen verkeren in dit deel van België.

Toegangspoort

La Houppe is onze toegangspoort tot de Vlaamse Ardennen, het gebied dat iedereen kent van de Ronde van Vlaanderen en waar we de zwaarste klimmen van de Super Classic tegenkomen. Met onze blik op oneindig peddelen we naar boven, de moraal is soms wat ver te zoeken, maar het feit dat we er met z’n drieën doorheen moeten helpt. De zoveelste stortbui dient zich aan op weg naar de Kanarieberg. Deze klim vormt met een gemiddelde van 9% en ruim 250 kilometer in benen een behoorlijke uitdaging. De kou en regen hebben er al flink ingehakt, alles doet ondertussen wel pijn en comfortabel op de fiets zitten is er niet echt meer bij. ‘Wat doe ik hier?’ spookt door mijn hoofd, maar de gedachte dat we later vandaag finishen op de mythische Velodrome geeft ons toch een moraal boost. Dus bedwingen we de Hotond. Een klim waar in 2018 Niki Terpstra, op weg naar de overwinning, Nibali het nakijken gaf.

Kilometer 272

Na onze laatste stop in een tochtige tent bij de Hotond Molen rijden we naar de Paterberg. In het meeste recente RVV parcours is dit dé scherprechter. De percentages lopen er op tot 20%. Snelheid maken op de kasseien is alles behalve vanzelfsprekend. Ik vertik het om in het gootje te rijden, dat doen ze in De Ronde ook niet. In mijn gedachte spelen de vele duels van de afgelopen jaren zich af. Zoals de 100ste editie in 2016. Sagan schudde hier na een ultieme krachtsexplosie medevluchter Sep Vanmarcke van zich af en reed alleen naar de finish. Zelfs Spartacus kreeg het gat toen niet meer gedicht.

Verstand op nul

Over betonbanen stoempen we tegen de wind in naar de voet van de Oude Kwaremont. Onze laatste klim. Asfalt maakt weer plaats voor kasseien, de snelheid zakt verder. Na 275 kilometer voelt het alsof iedere steen verkeerd ligt. Ons ritme vinden we pas weer terug op het Kwaremontplein. In de koers is dit het ijkpunt, hier onderscheiden de sterkere rijders zich. Op het grote mes het verschil maken zoals Cancellera hier vaak demonstreerde zit er voor ons echt niet meer in. Met een rotvaart dalen we de Ronsebaan af naar Kluisbergen. Nog 38 km tot de finale van de Super Classic. Voor het eerst vandaag rijden we over vlakke wegen. Zelfs het weer lacht ons eindelijk toe. Zon en buien wisselen elkaar af en zelfs een regenboog laat zich zien.

Kilometer 312

We rijden Frankrijk in: ons derde land van de dag. Nog een keer moeten we ons focussen. Le Carrefour de l’Arbre, een vijf sterren segment waar Paris-Roubaix vaak in een definitieve plooi is gelegd, staat ons te wachten. Namen als Boonen, Cancellara, Museeuw, Planckaert, de Vlaeminck en Merckx hebben hier geschiedenis geschreven. Meer dan een waardige finale van vandaag. Bij het uitrijden van het dorpje Camphin-en-Pevele draaien we de strook op. Ook al rijden we geen koers, dit voelt toch als een finale. Ondanks dat paadje langs de kasseien vrij is, kies ik voor de stenen. Iedere vezel in mijn lichaam protesteert maar ik ga voor 100% beleving. Ik duw mezelf verder achter op m’n zadel om meer druk te kunnen zetten. Dokkerend van kei naar kei. De sterke wind maakt het steeds moeilijker om snelheid te houden. De laatste meters zwicht ik voor het gootje om mijn wagonnetje aan te pikken. Even opladen voor de volgende strook: Gruson. Een kaarsrechte strook in licht dalende lijn. Het lijkt wel alsof iedere steen mijn lichaam een stomp geeft. De kunst is een zo hoog mogelijk tempo te ontwikkelen maar dat gaat moeizaam. Na de strook schroeven we het tempo nog een beetje op en worden we zelfs door wat plaatselijk jeugd aangemoedigd. Heel even wanen we ons in koers. De laatste strook in Hem blijkt helaas afgesloten. Om het behoud ervan te garanderen nemen ‘Les amis de Paris Roubaix’ de strook grondig onder handen en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Roubaix komt in zicht. Een gevoel van euforie bekruipt ons, maar onderweg zijn er toch vooral momenten geweest dat de moed in onze schoenen was gezakt. De Super Classic blijkt niet alleen fysiek zwaar te zijn, met de tegenwind en regen was het ook een voortdurende mentale strijd. De avondklok die op dat moment in Frankrijk gold was een factor waar we de hele rit rekening mee hebben moeten houden. We halen deze deadline maar net als we op tijd het publieke park waar het Velodrome deel van uitmaakt binnenrijden. Na iets meer dan twaalf uur op de fiets hebben nog net tijd voor een aantal ererondjes op de mythische wielerbaan en nemen we een slok welverdiend speciaalbier. De eerste Super Classic kan in de boeken. Wat een onvergetelijke ervaring.

De Super Classic in cijfers

Afstand: 335 km

Hoogteverschil: 3410 meters

Gemiddelde snelheid: 26.6 km/h

Beweegtijd: 12:36:15

Gemiddeld vermogen: 190 watts

Kasseien stroken: 14

 

Bekijk de route op:

Strava 

Komoot

 

Volg Nas Raddine Touhami op Instagram.