Bergen… Frankrijk is gezegend met zoveel bergachtige streken. De Alpen, Pyreneeën en het Centraal Massief zijn het bekendst, maar ten westen van Basel liggen ook nog de Vogezen. Net als ik had je er tot voor kort waarschijnlijk nooit van gehoord. En wist je ook niet waar ze lagen. Maar de Tour de France is er de laatste jaren vaak doorheen gekomen en nu staat dit gebied bekend om zijn beslissende rol in het wielrennen. In de afgelopen 10 jaar lag in vijf Touretappes de eindstreep op La Planche des Belles Filles, meer zelfs dan Alpe d’Huez, die toch veel beroemder is.
Omringd door bomen ligt in de vallei het dorp Plancher-les-Mines, waar je overal ziet hoe trots ze zijn dat de grootste wielerkoers ter wereld langskomt. Shirts, gele fietsen en Tour-symbolen omzomen de aanloop van de klim, die enkele kilometers buiten het dorp begint. Maar dit is een 'superklim', een klim die veel melkzuur verbrandt maar met een leuke wending!
De klim begint en hoewel hij niet zo lang is, moet je vanaf de eerste meter bewust met je krachten omgaan. Hopelijk heb je mijn andere artikelen gelezen over vermogen en het nut van een vermogensmeter om een klim zo snel mogelijk te volbrengen. Op de Super Planche des Belles Filles stijg je 704 meter in 7,4 kilometer, een gemiddelde stijgingsgraad van 8,6%. Dat klinkt niet zo zwaar, maar dat is een gemiddelde stijging en er zitten wat flinke kuitenbijters bij!
In de loop der tijd is de naam lieu peuplé de belles fahys (16e-eeuws dialect), te vertalen als een plek met mooie beukenbomen, langzaam veranderd in Belle Filles. In het lagere deel zie je onderweg al snel waarom het naar het bos is vernoemd. Die geur van bomen komt je ziel binnen met de damp van vers gevallen regen.
Bocht 4, na bijna 5 kilometer in, leidt na een steil stuk van meer dan 13% naar een kort plateau. Dit is geen moment om vaart te minderen, maar juist om wat extra snelheid te maken voor de helse ellende van het 'superdeel'. De strepen op de grond markeren het einde van de klim over de normale weg. Daarna wordt het steiler dan 20%. Je ziet het bord wel en dan komt de wending. Het asfalt verdwijnt en nu rijd je op gravel.
Stop niet wanneer de verharde weg ophoudt. Het gravel ligt op sommige plekken wat los, maar het is goed te doen op een racefiets. Als je hier omkeert, mis je de mooiste uitzichten. Ga ervoor!
Mijn graveltips: blijf zitten en verplaats je gewicht zover mogelijk naar achteren. Het idee is dat je zwaartepunt op het achterwiel ligt voor betere grip. Je gaat afzien, maar probeer ook vooruit te kijken naar je lijn. De soepelste en makkelijkste stukken liggen vaak langs de kant van de weg.
Oefff! Het is steil en ik kan niet wachten tot ik de laatste honderd meter van dit deel zie. De Super Planche des Belles Filles vormt de finale van etappe 7 van de Tour van 2022 en ook nog het beslissende slotstuk van de allereerste Tour de France Femmes. Vooral de laatste bocht is erg steil. Als je niet de juiste lijn kiest, slipt je wiel weg en moet je even een voet aan de grond zetten. Dat kan 's werelds beste renners de etappezege kosten of cruciaal tijdverlies opleveren voor het klassement. Ook voor hen is het essentieel om op het zadel te blijven zitten.
De laatste honderd meter naar de meet is verhard en op de weg staat de tekst “La Super Planche des Belles Filles”. Het zit er dik in dat je dat pas ziet als je boven bent en terug kunt kijken op je fraaie prestatie.
Materiaal en versnellingscontrole
“Waar is het bord?” Vroeg ik me af. Voor de foto voor later! Ik denk dat het de bewegwijzering was en op deze klim heb ik meer gelet op m'n materiaal. Shimano Dura-Ace R9200-serie, 12-speed (geweldig die extra versnelling voor de finesse van de cadans) en semi-draadloos. Ik had mijn Wilier Filante SLR mee, ook een aerodynamische racefiets. Nog wel licht, maar heel stijf. Perfect voor maximale vermogensuitvoer. Ik gebruikte 52-36 kettingbladen vooraan en 11-32 achteraan. De hellingen waren steil en de verhouding van bijna 1:1 kwam goed van pas. Tot slot koos ik voor lichte Wilier klimwielen van 38 mm met Panaracer Agilest tubeless banden. Lagere bandenspanningen bieden meer grip en meer bescherming tegen lekken. Dit is belangrijk op het stuk gravel naar de top.
Als je omhoog gaat, mag je ook weer omlaag en de afdaling loopt als een malle. Supersnel, niet-technisch, wees wel voorzichtig in de eerste bocht. Daarna kun je je fiets lekker laten rollen.
Het Massief van de Vogezen en de Tours
De Vogezen liggen in het oosten van Frankrijk en vormen een bergketen van 120 km lengte, die zich uitstrekt van de Bourgondische Poort tot het Börrstadt-bekken in het noordoosten. Behalve de Planche des Belles Filles vind je hier de beklimmingen van de Col du Grand Ballon naar het hoogste punt in het Massief. Met 1140 meter boven zeeniveau heb je op de Super Planche geen last van zuurstofgebrek, maar alle vijf keren dat de Tour langskwam, was het een spannende race. Sterker nog, vier keer nam de drager van het geel na Belles Filles de trui mee naar Parijs. De beroemdste was de Sloveen Tadej Pogačar, die in 2020 in de klimtijdrit op deze berg naar de zege vloog, tot groot verdriet van zijn landgenoot Primož Roglič.
De hele klim van 7 kilometer aan 8,7% zit in de 7e etappe van de Tour de France van 2022 en bovendien in de slotetappe van de allereerste Tour de France Femmes. De geschiedenis van deze klim als scherprechter krijgt er hoe dan ook nieuw hoofdstuk bij. Want de vrouw die na deze etappe het geel heeft, wordt gekroond tot eerste winnares van de Tour de France Femmes.